Onze blogs

Als jongeren die onderzoek doen naar jongeren is het bijhouden van onze ervaringen tijdens het proces net zo belangrijk als de resultaten van het onderzoek zelf. Wij zijn tenslotte onderdeel van de doelgroep en daarmee ook ervaringsdeskundigen. De dingen waar jongeren mogelijk tegenaan lopen in hun benadering tot archeologisch erfgoed, komen misschien wel overeen met obstakels in onze ervaring. 

We houden dan ook nauwkeurig bij wat wij meemaken. Hoe worden wij bejegend door de gevestigde instanties van de erfgoedsector? Hoe ervaren wij zelf de uitdaging van jongerenbereik? Je leest het in onze blogs op Platform Faro of onze website.

20 juni 2024 – Blog 2 
Jongerenwerving – Het doorbreken van de status quo

Na het schrijven van onze vorige blog hebben wij alles op alles gezet om daadwerkelijk jongeren te spreken te krijgen. We wisten van tevoren al dat dit een behoorlijke uitdaging zou worden. Daarom hebben we flink gebrainstormd over hoe we interactie met jongeren kunnen faciliteren. Hier een inkijkje in ons proces.  

Van eerdere inspanningen hebben wij geleerd dat de woorden ‘archeologie’ en ‘erfgoed’ onder jongeren al snel een barrière opwerpen: jongeren voelen zich vaak niet deskundig genoeg om erover mee te praten. Dit roept de vraag op: wat is archeologisch erfgoed überhaupt? Hoewel wij geloven dat iedereen dagelijks te maken heeft met archeologisch erfgoed, lijkt het begrip te abstract voor jongeren om er concreets over te spreken, zelfs als het om hun eigen ervaringen gaat. Hoe krijg je jongeren dan toch aan het praten over dit onderwerp?

Om in contact te komen met jongeren voor ons onderzoek, wilden wij twee activiteiten organiseren die werden voorgesteld door onze jongerenachterban: ‘Historisch Koken’ en ‘Bordspellen door de Eeuwen Heen’. Door jongeren iets aan te bieden dat zij al doen of al leuk vinden, maar dan in een historische setting, hoopten wij hun gedachten rondom archeologisch erfgoed te prikkelen. Helaas bleek dit lastiger dan gedacht: locaties bleken niet beschikbaar, communiceerden moeilijk, of plannen werden op het laatste moment geannuleerd. Na vele mailtjes en telefoontjes stonden we nog steeds met lege handen.

Het is met enige zekerheid te stellen dat het eenvoudiger was geweest om jongeren via scholen te werven – daar moeten ze toch heen. Hoewel dit ongetwijfeld een hoop moeite (en tijd) had bespaard, geeft het ook meteen het probleem weer. Het verplichte karakter van de meest voorkomende omgang met archeologisch erfgoed onder jongeren (schoollessen, klassenuitjes en verplichte familietripjes) zet de toon voor hun interactie met erfgoed.

Hoewel dit niet altijd een negatieve toon hoeft te zijn (een museumbezoek met klasgenoten kan ontzettend leuk zijn), vindt interactie dan plaats binnen sterk afgebakende kaders. Wij willen juist weten in hoeverre jongeren bereid zijn om zélf investeringen te doen, in groepsvorm of op individuele basis, om met archeologisch erfgoed om te gaan. Hoewel het zaadje geplant kan worden aan de hand van verplichte activiteiten, is het echte vraagstuk hoe de relatie tussen jongeren en archeologisch erfgoed binnen de context van de vrije wil eruitziet. Hoezeer zijn jongeren bereid om te investeren, wat houdt hen tegen hierin en wanneer vinden zij dat de investering de moeite waard was? Blijven de jongeren het geplante zaadje koesteren vanuit hun vrije wil, wanneer verplichte spelregels zijn veranderd in een eigen visie?

Gelukkig is het uiteindelijk toch gelukt om een partner met een authentieke locatie voor de activiteit Historisch Koken: middeleeuws erf de Bergkamp in Amersfoort. Wellicht heeft u de poster van het evenement ‘Bijt de Tijd’ gezien, dat plaatsvond op 28 april jl.? Het was een fantastische dag, waarop met veel enthousiasme werd gereageerd. Tijdens de evaluatie werd vooral het sociale aspect benoemd. De jongeren waren enthousiast over het samenzijn en samenwerken. Het koken gebeurde inderdaad collectief, onder begeleiding van professioneel kok Joeri Kruijt. Van houthakken en het aanmaken van het vuur, tot het snijden en op smaak brengen met bekende en onbekende ingrediënten; het was een relateerbare en toch nieuwe ervaring. Terwijl de middeleeuwse bouillon en bonenstoof stonden te sudderen, kwam de groep op een natuurlijke manier in gesprek over, jawel, archeologisch erfgoed.

We bewezen nogmaals dat archeologisch erfgoed niet centraal hoeft te staan als je het daar wel over wil hebben met jongeren. Op een bloedhete lentedag reisden we naar Hoorn om respondenten te werven, met een gekke, grote tas vol… ‘Archeologisch Blikgooien’. Dat was niet zomaar. Tijdens onze eerdere gesprekken met jongeren werd duidelijk dat ze waarde hechten aan interactiviteit, met nadruk op activiteit. Om gesprekken te faciliteren dachten wij eraan om jongeren ‘archeologie’ (lees: koffiemokken, plantenpotten, borden) stuk te laten gooien. Welke reacties zou het vernietigen van dit ‘archeologisch erfgoed’ teweegbrengen? Hechten ze waarde aan het bewaren, of maakt het ze niet uit dat ze ‘archeologie’ stukmaken? Hoewel out-of-the-box gedacht, zoals we graag doen, was dit plan vanzelfsprekend onhaalbaar (of zelfs gevaarlijk) en werd een alternatief bedacht. Op grote conservenblikken plakten we afbeeldingen van Nederlandse archeologische vondsten, waar jongeren zonder schroom ballen naar mochten gooien.

Op de vraag “Wil je archeologisch blikgooien?” werd met grote interesse, maar ook met begrijpelijke twijfel gereageerd. We merkten snel dat de deelnemers liefst alleen participeerden in sociale context, door samen met vrienden aan deze bijzondere activiteit deel te nemen. We vroegen ze daarom een goed verhaal te vertellen aan de hand van de ‘objecten’ die ze omgooiden, waar de vriendengroep ze op scoorden. Gelach volgde en de meest creatieve verhalen kwamen voorbij. Geheel onverwacht stelden de jonge deelnemers allemaal dezelfde vraag: “Maar wat zijn dit nou eigenlijk voor spullen?” Daar was ons haakje naar inhoudelijke gesprekken die wij niet voor mogelijk hielden. Jongeren deelden op een natuurlijke manier hun ervaringen met archeologisch erfgoed en hun meningen en waarden. Het bleek opnieuw dat gesprekken over archeologisch erfgoed organisch tot stand kunnen komen, juist door niet te beginnen bij het begrip ‘archeologisch erfgoed’.

Inmiddels hebben we de eerste ronde aan interviews volbracht en zijn goed onderweg met de tweede ronde. In de volgende blog vertellen we jullie graag over de preliminaire inzichten die we tot nu toe verkregen hebben!

3 mei 2024 – Blog 1 
Het begin van een proces – visies op jongerenbereik

Waar denken we wel niet dat we mee bezig zijn? Komen wij als nieuwkomers even binnenwandelen met de oplossing? Het werk stelen waar mensen zich al jaren aan toewijden? Nee, natuurlijk niet. Wij claimen dan ook niet alle antwoorden te hebben en ook niet dat we die zullen vinden met ons huidige onderzoek. Dat het proces van jongerenbereik anders moet worden vormgegeven in het archeologische erfgoedveld is wél zeker (denk aan termen als ‘vergrijzing’ en ‘onbereikbare groep’). En dat wij die kwestie op een nieuwe manier moeten/willen aanpakken ook. 

Het is niet de bedoeling om over alle mooie, al bestaande initiatieven heen te lopen, ze teniet te doen, ze als volledig ineffectief af te schilderen. Wat wél onze bedoeling is, is om alles wat wij in het professionele erfgoedveld denken te weten over jongeren (tijdelijk) van de baan te schuiven en jongeren zelf eens de vraag te stellen: “Wat wil je eigenlijk met erfgoed?”. Voor de oplettende archeologen onder ons: die benadering past natuurlijk volledig in het straatje van het inmiddels ondertekende Faro-verdrag. Het erfgoedveld kan die interne systeemverandering niet uit de weg gaan en – zo blijkt uit onze gesprekken met professionals – is zich al meer dan bewust van het ontbreken van de doelgroep ‘jongeren’. 
Een logisch vervolg (en bovendien in overeenstemming met het advies van de Raad voor Cultuur 2022) is een professionaliseringsslag in jongerenbereik. Dit is waar Past Forward als sociale start-up op inspeelt en naar streeft, liefst in samenwerking met de honderden Nederlandse archeologie- en erfgoedinstanties die al bestaan. 

Als archeologen weten wij als geen ander hoe belangrijk het is om af en toe over de schouder te kijken naar zij die ons voorgingen. Van het verleden moet je leren, niet opnieuw het wiel uitvinden, enzovoort. Dus begonnen wij ons onderzoek met het in kaart brengen van de Stand van Zaken Jongerenbereik in het huidige bestel. Literatuur kon ons onmogelijk volledig wegwijs maken in de praktijk, dus stuurden wij een oproep naar ervaringsdeskundigen van verschillende aspecten van het vraagstuk. 
De bereidheid om met ons in gesprek te gaan was verrassend hoog, waar wij ontzettend dankbaar voor zijn. Het was hoopvol om te merken hoezeer het onderwerp jongerenbereik leeft in ons werkveld. De professionals die wij te spreken kregen, hadden er bijna stuk voor stuk al eens het hoofd over gebroken. Misschien ook daarom bespeurden wij een onwelwillendheid in de archeologische sector om het onderwerp wéér aan te kaarten – pogingen tot jongerenbereik hadden tenslotte nooit het gewenste resultaat. “Laat die groep maar, die hebben wel wat beters te doen”, zo klonk het uit verschillende hoeken. Als wij dan aandrongen dat wij – door ons puur en alleen op die groep te focussen – toch écht geloven dat het kan, dan kwam de gretigheid naar een ‘oplossing’ weer naar boven. 

Dat wij niet voor gek verklaard mogen worden, bleek ook uit onze gesprekken met ervaringsdeskundigen buiten de archeologie. Die waren doorgaans positiever gestemd over de mogelijkheid de groep 12- tot 30-jarigen te activeren tot betrokkenheid. Onze overtuiging dat de archeologie van aanpak moet veranderen is gesterkt en blijkt gedeeld te worden. Maar zolang ons werkveld zich geen voorstelling kan maken van wat jongeren motiveert (of daarbij de plank volledig misslaat), en zolang het lijdt aan een minderwaardigheidscomplex, blijft die nieuwe stap ontzettend eng. 

Toch gaat Past Forward de uitdaging aan!

Scroll to Top